Veel mensen kiezen in de herfst- en wintermaanden voor stoken op hout. Zeker nu de gasprijzen zo zijn gestegen. Voor het milieu en de gezondheid zijn brandende houtkachels en open haarden niet goed. Het veroorzaakt luchtvervuiling, zoals fijnstof. Ook kan een verkeerde manier van stoken stank- en roetoverlast geven. Steekt u toch een keer uw open haard of houtkachel aan? Houdt u dan rekening met uw buren. De stooktips van Milieucentraal helpen daarbij.

Stookt u graag een vuurtje?

Overlast kunt u voorkomen door op een goede manier te stoken.

  1. Laat de open haard of houtkachel wat vaker uit.
    Stook hooguit 4 uur op een dag. 
  2. Laat uw open haard of houtkachel uit bij windstil of mistig weer.
    Op zulke dagen blijft de rook lang hangen. In de Stookwijzer op www.stookwijzer.nu(externe link) kunt u zien of het verantwoord is om te stoken. U kunt ook checken of er een stookalert geldt.
  3. Stook alleen droog hout.
    Vochtig hout brandt niet goed én geeft extra rook en fijnstof. Zelf hout hakken? Droog het hout minstens 2 jaar. Het hout is droog als het gebarsten is of als de bast loslaat. Met een vochtmeter kunt u checken of het hout droog genoeg is: onder de 20 procent is goed.
  4. Gebruik nooit geverfd, gebeitst, verlijmd of geïmpregneerd hout.
    Bij de verbranding komen zware metalen vrij. Ook (spaan)plaat, multiplex en laminaatvloeren horen niet in de houtkachel of open haard vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en er komt fijne as vrij. Papier en karton is daarom zelfs verboden als brandstof.
  5. Volg de instructies bij de kachel of haard voor het aansteken van het vuur.
  6. Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen.
    Zo zorgt u ervoor dat de rook goed naar buiten kan. Dat is ook een stuk veiliger, u hebt zo veel minder kans op een schoorsteenbrand.
  7. Zet de luchttoevoer in de kachel helemaal open, net als de klep in de schoorsteen.
    Het hout kan dan beter verbranden waardoor er minder schadelijke stoffen ontstaan. Schuif de luchttoevoerklep nooit dicht om het vuur te 'smoren': het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er extra veel schadelijke stoffen vrijkomen.
  8. Houd ventilatieroosters in het huis (of een raampje) open tijdens het stoken.
    Het vuur trekt op die manier lucht (zuurstof) aan en de rook kan via de schoorsteen naar buiten. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout. 
  9. Controleer regelmatig of u goed stookt.
    Een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is. Zet in dat geval een raampje open.
  10. Gebruik haardhout met FSC- of PEFC-keurmerk.
    Dat garandeert dat het hout uit verantwoord beheerd bos komt
  11. Laat het houtvuur vanzelf uitbranden.
    Houd daarbij de luchttoevoerklep van uw houtkachel open.

Goed onderhoud is niet alleen belangrijk om schoorsteenbrand tegen te gaan, maar ook om koolmonoxidevergiftiging te voorkomen. Wanneer een schoorsteen verstopt raakt door een vogelnest, specie of stenen is er te weinig of geen ‘trek’ meer. Als er geen trek is, slaat de rook terug in de kamer. Hierdoor ontstaat er risico op koolmonoxidevergiftiging. Plaats daarom in de ruimte van de haard of de kachel een CO-melder. 

Hebt u zelf te maken met rookoverlast?

Open haarden, houtkachels en buitenvuren kunnen gezondheidsproblemen en klachten over geur veroorzaken. Zit u ’s zomers in de rook van de vuurkorf van de buren, of slaat 's winters de rook van een open haard even verderop bij u naar binnen? Probeer er eerst samen uit te komen. Vaak weet uw buurman niet dat hij overlast veroorzaakt. Lukt dat niet? Neemt u dan contact op met de gemeente via (015) 380 41 11, of stuur een e-mail naar gemeente@middendelfland.nl. Houdt u er wel rekening mee, dat wij als gemeente weinig wettelijke mogelijkheden hebben om op te treden tegen stookoverlast. Wel kunnen wij kijken of er gebreken zijn aan bijvoorbeeld de schoorsteen.

Heeft u gevonden wat u zocht?