Wanneer u openbare grond (bijvoorbeeld plantsoenen, wegen, wegbermen, parkeerterreinen etc.) anders wilt gebruiken dan waarvoor het is bestemd, dan kan hiervoor een vergunning nodig zijn. Een voorbeeld hiervan is de opslag van materialen in het openbaar gebied.

De gemeente Midden-Delfland heeft sommige zaken vrijgesteld van deze vergunningsplicht. U kunt deze uitzonderingen, vastgesteld in het gebiedsaanwijzingsbesluit op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Midden-Delfland 2010, onderstaand vinden onder de rubriek 'Achtergrond'. Voor alle andere zaken dient nog wel een vergunning te worden aangevraagd. Hiervoor kunt u gebruik maken van het aanvraagformulier (zie hiernaast bij 'Formulieren').

Direct regelen

Download aanvraagformulier plaatsen voorwerpen op openbare grond (pdf formulier)

Hoe werkt het?

Als de gemeente akkoord gaat, mag u de grond gebruiken. De gemeente blijft wel eigenaar van de grond.

Wat moet ik doen?

U vraagt de gemeente of u de grond mag gebruiken. Geef daarbij de volgende informatie:

  • Waarvoor u de grond wilt gebruiken
  • Van wanneer tot wanneer u de grond wilt gebruiken

Wat heb ik nodig?

  • een geldig identiteitsbewijs
  • een situatieschets van de grond

Hoe lang duurt het?

In Midden-Delfland is geen vergunning nodig voor de volgende voorwerpen:

  1. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en voor niet commerciële doeleinden worden gebruikt;
  2. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, voor commerciële doeleinden gebruikt, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen, voor zover het aantal niet meer bedraagt dan vier;
  3. losse reclame- of aanbiedingsborden en/of soortgelijke voorwerpen of stoffen van ondernemers tijdens de openingstijden van het bedrijf, binnen een straal van 10 meter rondom het bedrijf geplaatst, voor zover het aantal niet meer bedraagt dan twee;
  4. uitstallingen van winkels tijdens de openingstijden van de winkel en wel evenwijdig aan de frontgevel, met een maximale breedte van 1 meter en een lengte van maximaal de lengte van de frontgevel;
  5. zonneschermen, mits deze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de openbare plaats en mits
    – geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt;
    - geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de openbare plaats bevindt;
    - geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;
  6. benzinepompen;
  7. verkiezingsmateriaal in de periode van 4 weken vóór tot 3 werkdagen na verkiezingen van openbare instanties (zoals gemeenteraad, tweede kamer, provinciale staten, waterschapsbesturen etc.);
  8. vuilcontainers, bouwketen, bouwcontainers en bouwmaterialen, onder voorwaarde dat
    a. deze niet langer worden geplaatst dan één maand;
    b. het gezamenlijk oppervlak niet groter is dan 15m2;
    c. het aantal parkeervoorzieningen dat daardoor niet kan worden gebruikt niet meer bedraagt dan twee;
  9. bouwsteigers, onder voorwaarde dat
    a. deze niet langer worden geplaatst dan één maand;
    b. het aantal parkeervoorzieningen dat daardoor niet kan worden gebruikt niet meer bedraagt dan twee;
  10. verhuiscontainers, onder voorwaarde dat
    a. deze niet langer worden geplaatst dan 5 dagen;
    b. het aantal parkeervoorzieningen dat daardoor niet kan worden gebruikt niet meer bedraagt dan twee;
  11. ecotoiletten;
  12. plantenbakken;
  13. openbaar vervoer voorzieningen (halte, abri, wachthuisje);
  14. telefooncellen;
  15. postbussen;

Voorwaarden

Voor bovenstaande uitzonderingen geldt dat daardoor geen gevaar of hinder ontstaat voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu of dat daardoor het uiterlijk aanzien van de gemeente wordt geschaad.

Het gevaar of hinder voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu wordt geacht in elk geval aanwezig te zijn indien een toezichthouder of politieambtenaar dat mondeling aanzegt. Het uiterlijk aanzien van de gemeente wordt geacht geschaad te zijn, indien dat door of namens burgemeester en wethouders schriftelijk is gemeld.
Gevaar voor de openbare orde, openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu wordt geacht aanwezig te zijn indien:

  1. een voorwerp geplaatst op een voor voetgangers bestemde gedeelte de doorgang voor voetgangers smaller maakt dan 1,2 meter;
  2. plaatsing plaatsvindt op een gehandicaptenparkeerplaats of vergunninghouderplaats;
  3. plaatsing plaatsvindt op een brandkraan;
  4. zand, aarde, grint etc. los wordt gestort in plaats van in zakken;
  5. de doorgang op de weg (voor openbare diensten (hulpdiensten, vuilnisdiensten etc.)) minder bedraagt dan 3,50 meter;
  6. geen of onvoldoende preventieve maatregelen, zulks ter beoordeling van een toezichthouder, tegen schade (bijvoorbeeld aan het wegdek) of tegen vervuiling zijn genomen;
  7. bij een open puinbak of –zak, deze tussen zonsondergang en zonsopgang, doch in ieder geval tussen 22.00 uur en 06.00 uur niet is afgedekt ter voorkoming van het verspreiden van vuil;
  8. bij een open puinbak of –zak de omgeving daarvan niet of onvoldoende wordt schoongehouden, zulks ter beoordeling van een toezichthouder;
  9. bij plaatsing van steiger niet of onvoldoende maatregelen zijn genomen, zulks ter beoordeling van een toezichthouder, ter voorkoming van verspreiding van vuil en/of ten behoeve van de opvang van vallend materiaal/materieel;
  10. bij plaatsing van objecten boven de openbare weg, de doorrijhoogte minder dan 4,20 meter gemeten van de kruin van de weg bedraagt.

Kosten

Heeft u gevonden wat u zocht?